Dressuur

De dressuur is er voor het paard. Het paard is er niet voor de dressuur.

Voor mij betekent dressuur niet automatisch perfecte oefeningen, mooie buiging en front, klasse B tot en met Z of nog hoger. Voor mij betekend dressuur een goeden gefundeerde spiertraining voor het paard zodat het dier me met zo weinig mogelijk ongemak rond kan dragen en elk tempo. De dressuur is de gymnastische basis van de paardensport. Dressuur betekent eigenlijk het gymnastiseren en het gehoorzaam maken van het paard door de ruiter. Daarmee is het de basis van alle andere disciplines Maar dressuur op zichzelf is ook zeker de moeite van het beoefenen waard zijn.

Het paard als rijdier.

Een paard is in eerste instantie niet gebouwd om een mens te dragen. De ruiter dient daarom als eerste te leren onafhankelijk in balans te zitten. De bewegingen van het paard kunnen dan gevolgd worden zonder het paard uit evenwicht/balans te brengen. Ook is belangrijk de hulpen onafhankelijk van elkaar te geven. Dat wil zeggen dat je bijvoorbeeld met je linker been kunt duwen zonder dat je rechterbeen ook gaar duwen. Vervolgens is het de bedoeling dat het paard leert zijn lijf fysiek zo correct mogelijk leert gebruiken en daarbij plezier in zijn 'werk' heeft.

 

 

Training

In de training maken we gebruik van de natuurlijke bewegingen van het paard en zijn instinct waaronder zijn kuddegedrag (de ruiter wordt de leider en het paard volgt) en zijn vluchtgedrag (het snel maken, vluchten voor het been van de ruiter) We leren het paard te wijken voor de druk. Druk het rechterbeen gaat het paard naar links, voor druk van het linkerbeen naar rechts, druk op het bit achteruit en zo voort.

 

Doelstellingen:

  1. Takt: alle passen zijn gelijk in hetzelfde ritme)
  2. Ontspanning: het paard ontspant zichzelf zowel mentaal als fysiek.
  3. Aanleuning: het paard geeft de ruiter aan beide teugels dezelfde, ontspannen verbinding en volgt te allen tijde de hand van de ruiter.
  4. Impuls:  het paard geeft de ruiter elke pas het gevoel uit zichzelf voorwaarts te willen in het tempo dat de ruiter aangeef.
  5. Rechtgerichtheid: het paard is aan twee kanten gelijk en loopt even simpel linksom als rechtsom.
  6. Verzameling: zijn gewicht in meer of mindere mate op de achterhand dragen.

 

Er wordt tegelijkertijd aan deze 6 punten gewerkt. Al deze punten staan met elkaar in verband en kunnen dus ook niet los van elkaar gezien en getraind worden. Er is bijvoorbeeld voorwaartse drang en tempocontrole (impuls) nodig voor een beter balans (rechtgerichtheid), terwijl een beter balans ervoor zorgt dat het paard makkelijker voorwaarts loopt en zijn tempo kan beheersen.

 

 

Het beheersen van de basisdressuur wordt over het algemeen gezien als een voorwaarde voor het beoefenen van andere disciplines binnen de paardensport. Er is minimaal één winstpunt nodig is in de dressuur, voordat je mee mag doen aan springwedstrijden.

 

Wil je deze lessen ervaren?

Maak een afspraak voor een proefles. Ik verheug me erop met jou samen te werken.